In plaats van te focussen op individuele gedragingen, zoomt systemisch werk uit naar het geheel om te begrijpen hoe deze gedragingen voortkomen uit het systeem. Het helpt om onbewuste patronen zichtbaar te maken en ruimte te creëren voor verandering.
In de praktijk betekent dit dat we samen onderzoeken welke plek iemand inneemt binnen een systeem, welke rollen en verantwoordelijkheden daarbij horen en hoe deze invloed hebben op het functioneren van het individu en het systeem als geheel. Door deze inzichten kunnen we belemmerende patronen doorbreken en een gezonde balans herstellen.
Mijn verhaal
Mijn passie voor systemisch werk ontstond toen ik merkte dat traditionele coachingstechnieken soms tekortschoten bij het aanpakken van diepgewortelde patronen. Na een intensieve basisopleiding en een vervolgopleiding systemisch werk voor organisaties heb ik deze manier van werken toe kunnen voegen aan mijn ‘methodieken’. En eigenlijk is het veel meer dan een methodiek. Als je eenmaal te maken hebt gehad met systemisch werk, kun je het niet anders meer zien. Met het systemisch werken, kunnen we de onderstroom verkennen en ontdekken wat er werkelijk speelt binnen een systeem. Het stelt me in staat om met mensen en teams te werken op een dieper niveau, waardoor duurzame veranderingen mogelijk worden.
Voorbeeldsituatie bij één van mijn klanten
Een medewerker van een woningcorporatie werd manager van een team waar hij jarenlang collega van was. Op papier kende hij het team goed maar nu hij leidinggevende was, veranderde de dynamiek. Er was veel gedoe: onderlinge irritaties, weerstand tegen veranderingen en een gebrek aan duidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk was. De nieuwe manager voelde zich ‘wiebelig’: loyaal naar het team, onzeker over zijn positie in het mt en zoekend naar zijn rol. Hij werkte hard maar voelde zich steeds meer teruggetrokken. Het was alsof hij overal verantwoordelijk voor was maar nergens echt invloed op had. In een systemische sessie brachten we letterlijk in beeld waar hij stond in het geheel. Wat zichtbaar werd:
- Hij stond tussen het team en het MT in, met zijn aandacht vooral naar beneden gericht.
- Hij voelde zich niet echt deel van het MT, maar wilde het team ook niet “verlaten”.
- Er was geen duidelijke opdracht of mandaat vanuit zijn leidinggevende: wat werd er eigenlijk van hem verwacht?
Door deze dynamiek te onderzoeken, werd helder dat hij als leider nog niet zijn plek had ingenomen. We werkten aan:
- Zijn plek claimen in het MT (vanuit volwaardige gelijkwaardigheid).
- Grenzen stellen in zijn team en helderheid bieden over rollen en verantwoordelijkheden.
- Uitspreken wat hij nodig had van zijn eigen leidinggevende.
Doordat we samen werkten aan zijn rol en gedrag in de organisatie, kon hij een andere plek innemen: steviger, rustiger, duidelijker. Het team voelde de verschuiving en reageerde daarop met meer helderheid en minder ruis. Hij hoefde niet harder te werken, alleen anders te gaan staan.